Wij besteden veel aandacht aan een goede ontvangst van onze nieuwe leerlingen. Toegelaten leerlingen worden nog vóór de zomervakantie met hun ouders uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek met één van hun toekomstige docenten. De leerlingen maken daarnaast vóór de zomervakantie al kennis met hun mentor en nieuwe klasgenoten. Het nieuwe schooljaar begint met leuke introductiedagen.
In klas 1 heeft een leerling tussen 10 en 14 uur les per week van de mentor. Dit komt doordat de mentor 10 lesuren praktijk van het Vakcollege geeft en daarnaast het vak waarin hij of zij vakdocent is. Dit zorgt voor een versterkt mentoraat. De mentor ziet zijn klas dagelijks en ook nog eens meerdere uren op een dag. Dit geeft een positieve wisselwerking tussen de klas en de mentor, maar ook voor leerlingen onder elkaar is dit goed.
De mentor ontmoet de leerling in de eerste lijn en is voor de ouders, leerlingen en docenten het aanspreekpunt en de spil in de begeleiding. Elke klas heeft een eigen mentor. Bij vragen of problemen gaan leerlingen eerst naar de mentor. Verder bespreekt de mentor belangrijke onderwerpen met de klas. Dat kan het anti-pestprogramma zijn of het omgaan met sociale media. En er worden studietips besproken waarbij de mentor de leerlingen adviseert over het maken van huiswerk en hoe je het best kunt studeren. Ook de docenten zullen dit tijdens hun lessen bespreken.
In leerjaar 1 en 2 wordt per week 1 uur extra steunles gegeven voor rekenen en taal.
Huiswerkbegeleiding wordt voor elk vak afzonderlijk georganiseerd. Dit betekent dat er meer uren in de week voor een vak de mogelijkheid bestaat om een huiswerkklas te volgen.
De decaan ondersteunt op de momenten dat er een keuze gemaakt moet worden. Leerlingen kiezen voorafgaand dat ze bij ons op school komen voor de richting Techniek of Mens & Dienstverlening. Wanneer leerlingen na een aantal weken erachter komen dat er een verkeerde keuze is gemaakt, zal de decaan ingeschakeld worden om de keuze te begeleiden. Aan het eind van klas 2 wordt er een keuze gemaakt voor één van de vier profielen.
Tenslotte zal er een vervolgopleiding gekozen gaan worden. Ook hierin heeft de decaan een rol. Hij geeft advies en begeleidt het keuzeproces.
Onze school beschikt over 2 gecertificeerde dyslexiecoaches. Zij begeleiden de dyslectische leerlingen (met dyslectieverklaring) en zijn dagelijks beschikbaar. Daarnaast zijn zij ook aanwezig op spreekavonden en voorlichtingsavonden.
Er worden jaarlijks coachingsgesprekken gevoerd. Deze vinden voor klas 1 plaats rond de herfstvakantie. In deze gesprekken worden o.a. de voortgang, problemen waar de leerling tegenaan loopt, faciliteiten en de frequentie van vervolggesprekken besproken.
De dyslectische leerlingen zijn bekend bij de dyslexiecoaches, mentor en de vakdocenten. Zij zijn op de hoogte van welke faciliteiten de leerling gebruik wil maken en dragen hier zorg voor.
De faciliteiten waar de dyslectische leerlingen gebruik van kunnen maken zijn:
Natuurlijk zijn andere mogelijke hulpmiddelen bespreekbaar.
Heeft u vragen? Onze dyslexiecoaches zijn bereikbaar via: dyslexie@vakcollegerijnmond.nl
Leerwegondersteunend onderwijs is geen apart onderwijs maar een extra voorziening binnen het vmbo. Het is bedoeld voor leerlingen die wel een vmbo-diploma kunnen halen maar hierbij extra ondersteuning nodig hebben op didactisch gebied.
Voor het LWOO zijn wettelijk criteria vastgesteld. Om te bepalen of een leerling in aanmerking komt voor deze ondersteuning geeft de basisschool de leerling voor de herfstvakantie op voor de LWOO-screening in november. Tijdens deze screening wordt er een intelligentie- en didactisch onderzoek afgenomen.
De uitslag van dit onderzoek wordt besproken binnen de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) en zij geeft deze uitslag door aan de basisschool; zij bespreken dit met de ouders en bepalen welk advies zij een leerling zullen geven voor het voortgezet onderwijs. Door deze criteria van meer dan 1,5 jaar leerachterstand betreft een LWOO-toewijzing doorgaans een advies vmbo basisgerichte leerweg.
Binnen Vakcollege Rijnmond zijn geen aparte LWOO-klassen. Wij hebben kleine klassen waar de ondersteuning ‘op maat’ wordt gegeven. Op het moment dat een leerling bij een vak extra hulp nodig heeft, gaat de vakdocent bekijken hoe dit het beste vorm kan krijgen. Binnen het Vakcollege wordt een groot deel van de lessen gegeven door de mentor. Dat betekent dat het aantal docenten voor de klas klein(er) is en dat komt de leerlingen ten goede: de mentor heeft de leerlingen goed in beeld en kan snel zien of er extra ondersteuning nodig is.
Vakcollege Rijnmond besteedt veel aandacht aan de opvang en begeleiding van leerlingen. Wij richten ons op:
De mentor is het eerste aanspreekpunt voor ouders, leerlingen en docenten. Elke klas heeft een eigen mentor. Voor ieder leerjaar geldt dat er een teamleider is. Deze teamleider zorgt ervoor dat het onderwijs en de begeleiding zo goed mogelijk verlopen.
Bij sociaal- emotionele-, leer- of gedragsproblemen kan de mentor onze zorgcoördinator inschakelen.
De zorgcoördinator zorgt ervoor dat vraag en (externe) hulpverlening op elkaar worden afgestemd en coördineert de activiteiten.